Interview Patrick Verhoeven #queer_beeldbank
- Esther van Dijk
- 4 mei
- 5 minuten om te lezen

Voor mijn onderzoek heb ik een interview af mogen leggen met Patrick Verhoeven een imaginair-depot met meer dan driehonderdvijftig kunstwerken heeft opgestart. Ik ben erg dankbaar voor de vragen die ik kwijt kon, en wil graag dit interview, maar ook zijn werk graag delen.
Waarom is het voor jou zo belangrijk geweest om deze queer beeldbank op te richten?
De belangrijkste reden was om geschikt beeldmateriaal te verzamelen van kunstwerken om te gebruiken als conversation piece in de voorlichtingsles rondom het thema seksuele- en genderdiversiteit voor jongeren in het voorgezet onderwijs. Deze les heb ik ontwikkelt voor mijn masteronderzoek aan ArtEZ in Zwolle. Dit verzamelen heeft geresulteerd in de #queer_beeldbank dat ik als participatief project heb opgezet waarbij geïnteresseerden zelf een kunstwerk konden aandragen. De kunstwerken moesten dan ook geschikt zijn voor educatief gebruik in schoolverband. Dus geen Sodom en Gomorra, omdat dat teveel afleidt van de doelstelling van de voorlichtingsles.
De #queer_beeldbank is een verzameling van kunstwerken met als doel een Denkraum (⇾dynamische denkruimte) te creëren voor een rijker geschakeerde kunstgeschiedenis. Een aanvulling waarbij de lhbti-gemeenschap zich gerepresenteerd ziet in kunstwerken en de verhalen erachter waarin een vaak vergeten, amper vertelde of genegeerde queer-laag of -thematiek besloten ligt.
Daarnaast wilde ik met deze kunstwerken en de #queer_beeldbank een meer divers beeld creëren voor een rijker geschakeerde kunstgeschiedenis. Dit aangezien de gecanoniseerde cultuur er één is van de gevestigde standaarden en in de beeldende kunst betekent dit grotendeels heteronormatief, man, cisgender en wit. Genderdiversiteit is ondervertegenwoordigd en vrouwelijke kunstenaars, evenals niet-westerse kunstenaars zijn lange tijd grotendeels genegeerd.
Je bent natuurlijk nog steeds bezig met aanvullen, maar hoe lang heeft het ongeveer geduurd om dit op te zetten?
Als ik dit in uren moet aangeven dan heb ik geen idee, maar je moet in fulltime weken denken. Mijn werkwijze was dat ik eerst een oproep #welk_kunstwerk_draag_jij_voor? ter uitbreiding van de queer-beeldbank via sociale media, mailcontacten en dergelijke heb gedaan waarbij geïnteresseerden via een Google Forms document hun voorstel voor een kunstwerk konden doen. Vervolgens heb ik het werk beoordeeld op geschiktheid waarna ik bij ieder werk een korte tekst heb geschreven die ik onderbouw middels bronnen. Ondertussen zijn het meer dan 300 kunstwerken dus dat was en is nog steeds veel werk. Hierna heb ik de #queer_beeldbank website gebouwd en een Padlet-pagina opgetuigd waar ik de kunstwerken stal.
Je hebt gekozen voor een depot als netwerk, waarom deze keuze?
Ik heb de participant bewust inzet als kennisbron om deze verzameling van ‘queer-kunstwerken’ aan te vullen zodat het niet alleen mijn keuze was. Zodat het imaginair depot een depot-als-netwerk zou worden en een open vorm van kennis delen. Door het kunstwerk in een genetwerkte wereld te plaatsen wordt het bevrijd uit het kunsthistorisch narratief en gaat het nieuwe betekenissen en verhalen aan.
Je geeft workshops aan verschillende doelgroepen, is er een verschil in hoe de groepen hier op reageren?
Ik heb gedurende mijn masteronderzoek de kijk & maakopdracht gegeven aan verschillende leerjaren in het voortgezet onderwijs en deze methodologisch via een actieonderzoek onderzocht. Momenteel geef ik deze voorlichtingsles niet.
De kijk- & maakopdracht had als doel de jongeren ruimte te bieden om samen na te denken over lhbti-diversiteit dat uiteindelijk tot meer lhbti-acceptatie kan leiden. Met deze aanpak heb ik getracht een in-between moment te creëren: Een moment van verruimd bewustzijn waarin gevestigde meningen door nieuwe gedachtes worden uitgedaagd. Hiervoor heb ik inspiratie gezocht bij politiek filosofe Hannah Arendt.
“We hebben op een leuke manier naar een kunstwerk gekeken en er op een creatieve manier over nagedacht” naast “Ik vind het niet leuk om over dit onderwerp te praten want het is voor mij ongemakkelijk” (feedback leerlingen 4 vwo). Uit deze gekregen feedback blijkt dat niet iedere jongere was geïnteresseerd om zich met het thema seksuele- & genderdiversiteit bezig te houden en dit heeft zowel positieve, onverschillige als diffuse beeldcollages opgeleverd. Niettemin geeft deze visuele reflectievorm de jongeren ruimte om hun gedachtes te ventileren in overeenkomsten en verschillen. De ene keer resulteert dit in een poëtische of regenboogachtige ‘peace, love and happiness’ collage en de andere keer in een meer onverschillige ‘humoristische’ collage.
Denk jij dat er op dit moment iets moet veranderen in het kunstgeschiedenis curriculum wat op studies gegeven wordt? Zo ja, wat?
Ik vind dat de kunstgeschiedenis meer het totale plaatje moet laten zien en dus ook in de hoorcolleges over kunst. Het activistische posterkunstwerk You’re Seeing Less Than Half The Picture (1989) van Guerrilla Girls, een Amerikaans feministisch collectief, stelt treffend dat we nog niet het halve kunsthistorische plaatje te zien krijgen in musea waarbij vrouwelijke kunstenaars en makers van kleur zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Zo ook kunstwerken en makers die de ‘lhbti-paraplu’ representeren.
Hoe ben je omgegaan met kunstenaars waar weinig tot geen bronnen over te vinden zijn?
Af en toe was het zoektocht om valide bronnen over de kunstwerken te vinden. Maar een goedgevulde boekenwand thuis en het internet bieden uitkomst. Er is tegenwoordig dan ook de nodige literatuur te vinden over queer-kunst of queer-narratieven en lhbti-geschiedenis. Daarnaast biedt de vrijheid om door een ‘roze bril’ te kijken vanuit een queer-perspectief de nodige ruimte om het een en ander te interpreteren.
Om queerness in kunst te herkennen en dit te onderbouwen heb ik een queer-kijker samengesteld. Dit vanuit de vraag: Want wat of welke kwaliteiten kan een kunstwerk zoal queer maken?
1. De seksuele- en/of genderidentiteit van de maker.
2. De voorstelling zelf met queer-gerelateerde thematieken en motieven ⇾bijvoorbeeld de geportretteerde, het mythologisch verhaal, …
3. De uitingsvorm zelf zoals camp met kitscherige elementen en queer-esthetiek.
Filosoof Susan Sontag merkt in Notes On “Camp” (1964) hierover stellig op: ‘…the essence of Camp is its love of the unnatural: of artifice and exaggeration’ en ziet een verwantschap met de uitgesproken smaak ‘Camp taste’ van homoseksuelen.
4. De uitingsvorm zelf zoals volkskunsttechnieken als quilt en papierknipkunst. Quilt is een textielkunstvorm die een traditie heeft als uitingsvorm van gemarginaliseerde groepen zoals de lhbti- en queer-community.
5. De manier waarop je naar een kunstwerk kijkt ⇾vanuit een queer-perspectief kan hierin een rol spelen, zoals bij een speciale lhbti-rondleiding.
6. Daarnaast kan de beschouweridentiteit ⇾wie er kijkt hierin een rol spelen.
Is er iets in je onderzoek wat je tegen bent gekomen, wat je heeft verrast?
Wat mij verrast heeft is dat er veel kunstwerken zijn die je vanuit een queer-kijk kunt benaderen. Dat kwam afgelopen zomer bijvoorbeeld weer naar voren toen ik samen met een aantal jongeren van Take pART van het Dordrechts Museum een rondleiding vanuit een queer-perspectief voor dit museum heb ontwikkeld.
Ondertussen heb ik ook verschillende lhbti-rondleidingen meegelopen zoals in het Rijksmuseum Amsterdam en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en geef ik zelf ook queer-tours in Museum W waar ik werk. Dit alles zorgt ervoor dat mijn begrip wat queer-kunst is telkens weer gevoed en uitgerekt wordt.
Comentarios