GUERRILLA GIRLS

Rond 1984 werd in New York City een nieuw feministisch kunstenaarscollectief opgericht, de Guerrilla Girls. De leden van deze groep verbergen hun identiteit door het dragen van gorilla maskers als ze zich in het openbaar laten zien, tevens gebruiken ze ook pseudoniemen die afkomstig zijn van overleden beroemde vrouwfiguren. Hun doel is door middel van kunst de ongelijkheid en discriminatie op basis van geslacht, ras, en seksuele geaardheid aan te kaarten in de kunstwereld en daarbuiten. Hun kunst dient als het ware als het communicatie middel om deze boodschap de wereld in te brengen en verandering te eisen.
Deze strijd om verandering begon tijdens een protest bij het New Yorks Museum of Modern Art, hier maakte dit collectief hun eerste verschijning. Deze expositie was gepland als viering van het vernieuwde museum en zou de meest belangrijke moderne kunstenaars laten zien. Het Moma had een volledig nieuwe expositie ingericht met zo’n 169 kunstenaars, maar hiervan waren er maar 13 vrouw. Deze expositie was ingericht door curator Kynaston McShine. Vrouwen stonden in de jaren 70 in het middelpunt van de experimentele kunsten, in de jaren 80 zagen we ook een enorm groot belang ontstaan binnen de economie voor de kunsten. De prijzen van kunstwerken stegen enorm, maar de aanwezigheid van deze vrouwen binnen de museums en exposities in kunstgalerijen, was ver te vinden.

Op deze balans van macht dat zich huisveste in musea, galerijen en in de kunstwereld in het algemeen geeft het collectief dus commentaar. Ze noemen zich dan ook wel de ‘consience of the art world’, oftewel ‘het geweten van de kunstwereld. Ze begonnen een poster campagne die iedereen in de kunstwereld bekritiseerde; musea, handelaren, curatoren, critici, en kunstenaars die een actieve bijdrage leverde in het onderdrukken van vrouwen en niet witte kunstenaren binnen de normale exposities en publicaties. Er werd dus niet alleen op de binnen omgeving van een museum kritiek geleverd, maar ook op de dingen die daarbuiten lagen en er invloed op hadden.
Er was voor die tijd nog nooit zo’n grote vorm van openbare kunstuitingen geweest, en die kunstvorm waren advertenties. Iedereen zag deze nieuwe vorm van kunst, het maakte niet uit of je arm of rijk was, maar de advertenties bereikte je hoe dan ook, een nieuwe vorm van communicatie. De Guerrilla Girls hebben deze vorm van communicatie gepakt en eigen gemaakt, zo werd het een makkelijke en toegankelijke vorm van protest en kunst. De eerste posters plakten ze midden in de nacht op in de straten van SoHo. De blokkerige advertentie tekst werd gecombineerd met informatie die het collectief zelf had verzameld of uit bestaande bronnen zoals kunst tijdschriften en museum verslagen. De posters benoemde alle galerijen die minder dan 10% door vrouwen gemaakte kunst lieten zien.
De groep breide op een gegeven moment hun focus uit, waarbij ze ook problemen zoals discriminatie op basis van ras aan begonnen te vliegen. Daarbij maakte ze ook meer directe, politieke interventies. Ze stopten bijvoorbeeld flyers in de covers van alle boeken in de boekwinkel van het Guggenheim Museum. Tegelijkertijd met de Whitney Biënnale van 1987, organiseerden ze een tentoonstelling van informatie die het slechte trackrecord van het museum blootlegde op het gebied van het tentoonstellen van vrouwen en kunstenaars van kleur. In 1992, tijdens de opening van het Guggenheim Museum SoHo, nadat ze een postkaartcampagne hadden opgezet die het museum aanviel omdat het alleen maar witte mannelijke kunstenaars wilde tentoonstellen, organiseerden ze een demonstratie en deelden ze tassen uit met gorillakoppen erop gedrukt, zodat demonstranten ze over hun hoofd konden dragen. Tot op heden hebben ze meer dan negentig posters, drie boeken, talloze stickers en andere gedrukte projecten geproduceerd en hebben ze acties ondernomen tegen discriminatie in kunst, film en politiek. Ze geven presentaties en geven workshops op scholen, in musea en bij diverse organisaties.
Ondanks hun institutionele kritiek dat ze hebben geleverd, zijn de Guerrilla Girls nu ook geïnstitutionaliseerd in dezelfde grote musea als waar ze eerst kritiek op leverde. In het MoMa, the Whitney Museum of Art zijn nu portfolio’s te vinden van het collectief, zelfs posters in de museum collectie waar het collectief kritiek op de musea leverde. Meer dan zestig instituten in de wereld gebruiken de werken van het collectief die in hun collectie zitten En een nog groter aantal musea en instituten organiseren exposities, lezingen en debatten waar ze de Guerrilla Girls in betrekken. Ook al zijn ze nu geïnstitutionaliseerd als groep, en is hun werk nu een deel van een belangrijk stuk kunstgeschiedenis geworden, zijn ze nooit gestopt met het bekritiseren van musea en instituten.

